-
1 vestigen
1 [richten] direct, focus3 [gaan wonen] settle♦voorbeelden:ik heb mijn hoop op jou gevestigd • I'm putting (all) my hopes in you2 deze zaak is in 1860 gevestigd • this business was founded/established in 18603 zich ergens vestigen • establish oneself, settle somewhere, take up one's residence/abode somewherede maatschappij is in A. gevestigd • the company has its seat/ 〈 juridisch〉is domiciled in A.zich vestigen als aannemer • set up as/establish business as a contractor -
2 name
adj. iemand met een reputatie; beroemd; betreffende een naam--------n. naam; "nick"-: koosnaam; reclame; gewaardeerd iemand; titel--------v. benoemen, noemen; opnoemen; thuisbrengenname1[ neem] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 reputatie ⇒ naam, faam♦voorbeelden:1 enter/put down one's name for • zich opgeven/laten inschrijven voorcould you leave your name, please? • zou u uw naam willen opgeven?take someone's name in vain • iemands naam ijdel gebruikenwhat's-his/her/its-name? • hoe heet hij/zij/het ook al weer?, dingeswhat's in a name? • wat zegt een naam?he knows all his students by name • hij kent al zijn studenten bij naamI know him by name • ik ken hem van naama man by/of the name of Jones • iemand die Jones heet, een zekere Jonestake one's name off the books • zich laten uitschrijven (als lid)keep one's name on the books • ingeschreven blijven staanhe hasn't a penny to his name • hij heeft geen centI can't put a name to him • ik kan hem niet precies thuisbrengenI can't put a name to it • ik weet niet precies hoe ik het moet zeggenfirst name • voornaam〈 voornamelijk Brits-Engels〉 second name • familienaam, achternaamhe has a name for avarice • hij staat als gierig bekenddrag someone's name through the mire • iemands naam door het slijk halencall someone names • iemand uitschelden/beschimpena name to conjure with • een naam die wonderen verricht, een invloedrijke naamlend one's name to • zijn naam lenen aanin the name of • in (de) naam van, omwille van→ big big/————————name2〈 werkwoord〉1 noemen ⇒ benoemen, een naam geven♦voorbeelden:she was named after her mother, 〈 Amerikaans-Engels ook〉she was named for her mother • ze was naar haar moeder genoemd5 name the day • de trouwdag/huwelijksdatum vaststellen6 the victim has been named as John Smith • de naam van het slachtoffer is vrijgegeven; het is J.S. -
3 image
image [iemaazĵ]〈v.〉3 afbeelding ⇒ plaatje, prent5 image ⇒ reputatie, imago♦voorbeelden:offrir l'image de la patience • een toonbeeld van geduld zijnenfant sage comme une image • voorbeeldig kind3 image d'Epinal • stereotiep beeld, stereotypeimage pieuse • heiligen-, bidprentje5 avoir une bonne image de marque • een goed image, goede reputatie hebbenf1) beeld2) evenbeeld3) afbeelding4) beeldspraak, vergelijking5) reputatie, imago -
4 character
n. karakter, natuur; figuur; teken; (in computers) teken; het digitaal aanduiden van een letter of ander teken; karakter beschrijving[ kæriktə]1 (ken/merk)teken ⇒ kenmerk, (karakter)trek2 teken ⇒ symbool, letter, cijfer4 personage ⇒ rol, figuur♦voorbeelden:he is quite a character • hij is me d'r eentje1 karakter ⇒ aard, natuur2 schrift ⇒ handschrift, (druk)letters♦voorbeelden:1 moed♦voorbeelden:1 a man of character • een moedig/dapper man -
5 blemish
n. smet; ontsiering--------v. bevlekken, besmettenblemish1[ blemmisj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————blemish2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
6 face
n. gezicht--------v. tegenover iemand staan, tot iemand wenden, voor iemand staan, tegenoverstellen, afwachten; dekken; verwijzen; houwenface1[ fees] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 aanzien ⇒ reputatie, goede naam4 〈 benaming voor〉 (belangrijkste) zijde ⇒ oppervlak, bodem 〈 aarde〉; gevel, voorzijde; 〈 techniek, technologie〉 loopvlak, draagvlak; wijzerplaat 〈 klok〉; 〈 mijnwezen〉 pijler, front; kant, wand 〈 berg〉♦voorbeelden:meet someone face to face • iemand onder ogen komenshow one's face • zijn gezicht laten zienbefore one's face • voor iemands ogenshe shut the door in my face • ze gooide de deur (vlak) voor mijn neus dichtin (the) face of • ondanks, tegenoverin the face of, to someone's face • in aanwezigheid vanlaugh in someone's face • iemand in zijn gezicht uitlachenmake/pull faces/a face at someone • een gezicht tegen iemand trekken3 lose (one's) face • zijn gezicht verliezen, afgaansave (one's) face • zijn figuur reddenhave the face to • de brutaliteit hebben omset one's face against something • ergens tegen gekant zijnthrow something in someone's face • iemand iets voor de voeten gooien/verwijtenwipe something off the face of the earth • iets volkomen doen verdwijnenon the face of it • op het eerste gezicht————————face21 uitzien ⇒ het gezicht/de voorkant toekeren, uitzicht hebben♦voorbeelden:face up to the truth • de waarheid onder ogen zien/accepterenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 let's face it, … • laten we wel wezen, …face something out • zich ergens met lef doorheen slaanthe picture facing the title page • de illustratie tegenover het titelblad -
7 aggrandise
v. vergroten, groter maken; verbreden; uitbreiden; in kracht versterken; in rijkdom vermeerderen; iemands reputatie op kunstmatige wijze overdrijven; groter doen lijken; details toevoegen aan (ook "aggrandise")→ aggrandize aggrandize/ -
8 aggrandize
v. vergroten, groter maken; verbreden; uitbreiden; in kracht versterken; in rijkdom vermeerderen; iemands reputatie op kunstmatige wijze overdrijven; groter doen lijken; details toevoegen aan (ook "aggrandise")aggrandize, aggrandise[ əgrændajz] 〈zelfstandig naamwoord: aggrandizement〉2 meer aanzien/macht geven aan (iemand/zichzelf) -
9 blast
interj. loop naar de maan!--------n. rukwind, luchtdruk; explosie--------v. ontploffing; vloekenblast1[ bla:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:blast! • verdorie/verdraaid————————blast2〈 werkwoord〉1 opblazen ⇒ doen exploderen, bombarderen2 vernietigen ⇒ verijdelen, ruïneren♦voorbeelden:4 blast him! • laat hem naar de maan lopen!→ blast off blast off/ -
10 evil
adj. slecht, corrupt--------adv. kwaad, slecht, zondig--------n. kwaad, onheil, ongelukevil1[ ie:vl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kwaad ⇒ onheil, ongeluk3 kwaal♦voorbeelden:1 the evils of war • de rampen/het leed van de oorlogchoose the least/lesser of two evils • van twee kwaden het minste kiezendeliver us from evil • verlos ons van het kwadespeak evil of • kwaadspreken over————————evil2〈bijvoeglijk naamwoord; ook evil(l)er〉1 kwaad ⇒ slecht, boos♦voorbeelden:fall on evil days/times • met tegenslag te kampen hebben, slechte tijden beleventhe evil eye • het boze oogan evil repute • een slechte reputatiehave an evil tongue • een kwade tong hebbenevilly disposed • kwaad gezind -
11 sully
v. besmeuren, bevlekken, bezoedelen[ sullie] -
12 hij werd voor het leven getekend
hij werd voor het leven getekend〈m.b.t. litteken〉 il en a gardé la cicatrice toute sa vie 〈 ook figuurlijk〉; 〈m.b.t. reputatie〉 cela l'a stigmatisé pour la vieDeens-Russisch woordenboek > hij werd voor het leven getekend
-
13 reuk
♦voorbeelden:2 een politiehond reuk van iets geven • donner qc. à flairer à un chien policier〈 figuurlijk〉 de reuk van iets hebben • avoir vent de qc.3 in een slechte, kwade, kwalijke reuk staan • 〈 persoon〉 avoir mauvaise réputation; 〈 plaats〉 être mal faméin een reuk van heiligheid staan • être en odeur de sainteté -
14 tekenen
1 [ondertekenen] signer4 [vertonen, doen blijken; merken] marquer♦voorbeelden:ik teken ervoor altijd zulk weer te hebben • avoir toujours un temps pareil, je ne serais pas contreiets voor gezien tekenen • viser qc.vanmiddag hebben we tekenen • cet après-midi nous avons dessingoed kunnen tekenen • bien (savoir) dessiner3 zij wist de toestand duidelijk te tekenen • elle a réussi à nous dépeindre clairement la situationdat tekent de toestand • cela donne une image de la situationhij werd voor het leven getekend • 〈m.b.t. litteken〉 il en a gardé la cicatrice toute sa vie 〈 ook figuurlijk〉; 〈m.b.t. reputatie〉 cela l'a stigmatisé pour la vie¶ dat tekent hem helemaal! • c'est bien lui!een fraai getekend tijgervel • une peau de tigre d'un dessin magnifique♦voorbeelden:¶ hij zag er slecht uit, maar hij tekent altijd gauw • il avait mauvaise mine, mais il a vite les traits tirés -
15 fataal
♦voorbeelden:dat zou fataal zijn voor mijn reputatie • that would ruin my reputation -
16 maan
1 moon♦voorbeelden:1 de maan schijnt/komt op/gaat onder • the moon is shining/rising/setting〈 figuurlijk〉 loop naar de maan! • go to hell!, get lost!〈 figuurlijk〉 naar de maan zijn • have gone (by the wayside) 〈 geld, kansen〉; be ruined 〈 reputatie, carrière〉 〈ook → link=halvemaan; nieuwemaan; vollemaanhalvemaan; nieuwemaan; vollemaan〉
См. также в других словарях:
Bijlmermeer — The Bijlmermeer (pronounced|bɛilməʁmeːʁ) or colloquially Bijlmer (IPA| [bɛilməʁ] ) is one of the neighborhoods that form the Amsterdam Zuidoost ( Amsterdam South East ) borough (or stadsdeel ) of Amsterdam, the Netherlands. To many people, the… … Wikipedia
Bijlmermeer — Saltar a navegación, búsqueda Fachada de uno de los bloques del barrio Bijlmermeer, cercano a la estación Kraaiennest. Bijlmermeer (pronunciado bɛilməʁmeːʁ) o coloquialmente Bijlmer (en holandés (bɛilməʁ) es uno de los barrios de la zona Zuidoost … Wikipedia Español